zaterdag 10 november 2012

Jacob Cornelisse Faes

Rond 1590 wordt Jacob Cornelisse Faes geboren. Het is rustig geworden in de Nederlanden. De ellendige tijd, van vijftien jaar ervoor, ligt veel dorpsbewoners nog vers in het geheugen, maar goed, het is voorbij.
Als Jacob trouwt met Janneken Willemsdochter woont hij in Sint Annaland. Een beste plaats is het. Net iets meer dan honderd jaar bestaat het dorp met de Voorstraat tussen haven en kerk. De lucht is er zilt en vanaf de dijk is te zien hoe de platen om de zoveel uren droogvallen en weer onderlopen. Grote huizen met versierde trapgevels zijn er verrezen. De baljuw, de hoogste bestuurder van het dorp, heeft juist een nieuwe, rijk versierde gevel van gele baksteen voor zijn woning laten zetten.

Jacob en Janneken krijgen kinderen. Drie zoons en een dochter: Jan, Leendert, David en Maijke. Het gaat Jacob goed. Hij is landman, een boer met eigen grond. Sint Annaland vaart wel bij de meekrapteelt en de verwerking van de mede, de rode kleurstof voor de lakenindustrie.
Als in 1621 het Twaalfjarig bestand afloopt, komt een einde aan de rust van jaren ervoor en drie jaar later valt Breda toch weer aan de Spanjaarden. Het gemieter lijkt van voren af aan te beginnen. De meekraphandel leidt er niet onder. Het gaat daarmee onveranderd goed. En om dat zo te houden, wordt de uitvoer van meekrapwerktuigen en jonge meekrapscheuten verboden.

De strijd op het water komt voor de Sint Annalanders in 1631 heel dichtbij als ten noordwesten van de schorren van Sint Philipsland en dus niet ver van Sint Annaland een Zeeuwse vloot na een achtervolging een zeeslag aangaat. De Zeeuwen winnen. Ze brengen de meeste Spaanse schepen tot zinken. Na afloop kunnen de cijfers worden opgemaakt: 1500 doden, 4000 man gevangen genomen en de Zeeuwen behouden hun zeggenschap over de Schelde.
In 1635 is het hommeles in het dorp. De schoolmeester van Sint Annaland is namelijk opgepakt omdat hij zich onder het mom van een pak slaag, had vergrepen aan meerdere meisjes in de school. Een zaak die te groot is voor de vierschaar van Sint Annaland. De rechtbank van Zierikzee buigt zich erover en de meester keert niet terug. Na geseling wordt hij verbannen uit noordelijk Zeeland.
Jacob is vijftig als hij een van de schepenen is van het dorp. Hij is met de baljuw en de andere schepenen belast met het bestuur van het dorp en vergadert daarvoor in de plaatselijk herberg. Jacob zit als een van de aanzienlijken van het dorp dus dicht bij het vuur. Alles naar wens kan niet en is het zeker niet. Jacob verloor zijn vrouw en kort na het trouwen van zoon David, overkwam die hetzelfde toen zijn Geertje overleed. En dan verliezen we Jacob uit beeld. Nog even komt er wat informatie boven: hij is overleden vóór 2 december 1659. Voor wat het waard is. Vanaf nu mogen zijn kinderen, ook zij voor een tijd, het woord overnemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten